donderdag 20 februari 2025

 Enschede, donderdag 20-02-2025


Dagboek deel 113, Terugkijken..., deel 3.

Welkom terug in deel 3.

Nadat men eenmaal bepaald had om welke bacterie het ging, kon men beginnen met het toedienen van de daarvoor benodigde middelen.
Dat gebeurde via een zogeheten 'piclijn', waar drie uitgangen op zaten, via welke men de troep in m'n lijf kon spuiten.
Na zo'n drie weken in het ziekenhuis te hebben gelegen en vele onderzoeken en tests te hebben gehad, voelde ik me eigenlijk best wel weer een stuk beter. Tijdens een artsen-visite op een donderdagmiddag vertelde ik dat en volgens Gretha en mij kon ik wel weer naar huis.
Het antwoord van de vier of vijf artsen liet éven op zich wachten..
De gezichten drukten langzaam maar zeker bezorgdheid uit en met een diepe, zeer ernstige stem begon de oudste, een professor:
Hij begreep dat ik mij zo goed voelde, maar vertelde dat dat kwam door de medicijnen, die heel veel narigheid onderdrukten. Ons optimisme ten spijt drukte hij ons op het hart dat ik "...héél, héél ernstig ziek was en serieus rekening moest houden met een buitengewoon noodzakelijke, maar gevaarlijke operatie, die echter een slagingskans had van hooguit 3 tot 5 %." Hij legde uit dat de bewuste vleesetende huidbacterie dóór de huid heen, naar het hart was gekropen en daar op en rondom mijn kunstklep was gaan zitten en dat ze die bacterie vooralsnog niet de baas konden worden. 

En daar zaten we dan...
Alle optimisme was weg; er was alleen nog maar die gedachte aan die operatie, die vrijwel zeker niet kon slagen.
Wat te doen? Hoe moesten we ons voelen? Zómaar, out of the blue, werden we genoodzaakt om over doodgaan na te denken. "En hoe moet het dan met jou?" "Moeten we die operatie wel laten doen?" "Is het niet beter om maar gewoon de dingen in de hand van de heer te leggen en gelaten te accepteren dat ik dùs duidelijk eerder sterf dan jij?" "Wat moeten we regelen?" "Móéten we alvast wat contacten leggen met familie, begrafenismensen, ofzo?" "Ik weet niet wat we moeten doen?!" "Dit is niet eerlijk!"
En zo lagen we daar met z'n tweetjes op dat ziekenhuisbed, even met rust gelaten door de zusters die natuurlijk óók inmiddels wisten hoe de vlag erbij stond..
Ik kon mijn lief alleen maar vasthouden alsof ik haar nooit meer los zou laten en zachtjes huilden we ons verdriet uit naar de Here God.

Die donderdagavond gebeurde er iets heel bijzonders.
Ondanks deze doodstijding van de artsen, ondanks onze 'wetenschap' dat ik binnen afzienbare tijd zou sterven...bracht de Here God een diepe, diepe rust over ons. Over Gretha thuis, en over mij in dat ziekenhuis. Zònder het van elkaar te weten, zonder dat we contact hadden met elkaar.

Die vrijdag waren we vrijwel de gehele dag samen. Er was geen enkel onderzoek, we hadden tijd voor elkaar. 
En het werd weekend, en het werd maandag. Die maandagmorgen kreeg ik weer een aantal onderzoeken en 's middags kwam het artsengilde weer op 'visite'. Ze hadden àlle tests bekeken, extra onderzoek laten doen ("Aháá..moest ik dáárom vanmorgen halsoverkop weer naar röntgen...?!") en meerdere buisjes bloed afgenomen en met spoed bekeken....maar er was niets meer te zien..!! 
De oudere professor snapte er niets van: donderdag zag het hart zwàrt van de bacterietroep-en poep en nú...poeff!..in luft aufgelöst..weg...foetsie!
Natúúrlijk waren wij door het dolle heen van geluk! En we zeiden allebei: "WÍJ snappen het wèl! Dit heeft de Here God gedaan! Er is geen andere uitleg of verklaring mogelijk!" De artsen wilden daar uiteraard niet aan..

Natúúrlijk dankten we de Here en (in canon) zongen we, daar..in dat ziekenhuis, psalm 23 De Heer is mijn Herder en we konden alleen maar dankbaar zijn, nòg dankbaarder, nòg dankbaarder! De Almachtige Vader in de hemel was en is blijkbaar nog niet klaar met mij/ons!!

En wat heeft dit alles met ons gedaan?
Hoe zijn we hier uit tevoorschijn gekomen? Wel...in ieder geval als overwinnaars! Dàt moge duidelijk zijn. Verder heeft deze zo moeilijke tijd ons nòg dichter bij elkaar en bij de Heer gebracht.

Sámen een nieuw hoofdstuk beginnen. Een nieuwe gemeente, een schaapskooi waar we, na een poosje 'gelogeerd te hebben' gevraagd hebben of we niet in déze schaapskooi mochten blijven wonen. En dat mocht! Een thuis, waar we ons allebéí thuis voelen en niet, zoals in het verleden, één van ons wel en de ander niet zo.
En hoe de Almachtige dit alles gaat leiden..? Géén idee! Maar wij weten wèl, dat het alleen maar geweldig zal zijn.

Tot slot:
Wàt jij, op dit moment ook meemaakt, wàt je ook doormaakt: wéét dat de Here God erbij is! Hij weet wat je meemaakt, wat je doormaakt en je mag weten, dat Hij dichter bij je is, dan jij weet, denkt of voelt.
Wij hebben geleerd dat God in Zijn Liefdesbrief aan ons maar liefst 365 keer zegt: "Wees niet bang!" "Vrees niet!" Dat is één keer voor èlke dag!
Geloof mij: wij hebben het zèlf gezien en beleefd!

Maranatha!

Sebo
Enschede, donderdag 20-02-2025


Dagboek deel 112, Terugkijken..., deel 2.

Welkom terug in deel 2

Het was in deze periode dat de ziekte exzeem zich helaas hernieuwd openbaarde, in frequentie toenemende en ernstiger mate.
In de zomer van 2022 werd ik verschrikkelijk ziek. Een hele dikke huid, vol wonden, veel..heel veel vocht en dus: veel verband, zalf, schilfers en alles wat men zich nòg kan bedenken. Vreemd genoeg had ik het in hartje zomer bitterkoud! Ik was niet warm te krijgen en àls ik door Gretha een enkele keer' gedwongen' meegenomen werd naar buiten, zat ik in een rolstoel (lopen kon al niet meer), gewikkeld in een dikke legerslaapzak, een M90.  
Tegen het eind van die zomer knapte het weer iets op. Zóveel, dat ik weer kleine(!) stukjes kon fietsen, een heel klein beetje kon lopen met krukken en zelfs enige tijd in een stoel kon zitten, voordat ik weer in bed moest, dat mijn Gretha in de huiskamer had gezet.
Het ging steeds beter en zo kon het bed weer uit elkaar gehaald en opgeborgen worden....om na zo'n drie maanden weer ìn elkaar gezet te worden.
In november '22 werd het zó slecht, dat ik op de logeerkamer (voorkamer) lag en meerdere malen per dag uit bed geholpen en naar de bank gebracht werd. Want zowel het bed als de bank moesten meerdere malen per dag verschoond worden, alsmede de vloer gedweild.
Er was geen hulp en door de ziekte was het niet handig om visite te hebben, die misschien wat hadden kunnen helpen.
Wèl werd er veel gebeden door onze kleine kerkgemeenschap en vrienden en kennissen die gelovig waren!
Het werd echter steeds erger en erger.

Op 9 februari 2023 was de huisarts op bezoek geweest, had een zakdoek voor neus en mond vanwege de lucht en belde een ambulance..
We hadden tot dan toe niet gebeld, uit angst voor wat ze in het ziekenhuis misschien wel niet allemaal zouden toedienen. 
(Ons vertrouwen in de medische stand was gedaald to factor -200 sinds het uitbreken van corona!)
Eenmaal aangekomen in het ziekenhuis bleek ik een bloeddruk te hebben van 56 bovendruk en 39 onderdruk en een hartslag van 130.
Volgens de aanwezige medici had ik dood, of op z'n minst comateus moeten zijn, maar ik was juist glashelder van geest. Zodoende kon ik zien dat een interniste een wat èrg lange wattenstaaf gereed maakte en terwijl Gretha bad en her en der verplegers en verpleegsters bezig waren met mij, zei ik tegen haar:
"Ik hoop niet dat dat een "pcr-test" is?!"
"Jazeker! Dat moet. Voor uw bescherming en de onze en we moeten toch zeker weten of u geen corona hebt."
Ik zag vanuit mijn ooghoek, dat Gretha opschrok uit haar gebed..
"Wel, mevrouw, dat gaan we niet doen! Wij gaan niet meewerken aan wèlke vorm van "corona-handeling-of behandeling" dan ook!"
"Ja maar...dat móét! Het is ook voor ònze bescherming!"
"Wèl...dan gaan we weer naar huis."
"Nee nee..ik bespreek het wel even met mijn meerdere..."

En zo kwam het dat ik in het ziekenhuis lag, eerst op de Interne Geneeskunde, later op de Torax-afdeling.
Ik bleek een levensgevaarlijke vleesetende huidbacterie opgelopen te hebben en die zat met de hele familie lekker knus op míjn kunstklep!
Ik werd helemaal vol gepropt en gespoten met antbiotica, èlke bacterie werd uitgeroeid om zien welk beestje zou blijven staan. 
En als ze díé konden identificeren, konden ze bepalen welke antibiotica nodig was. En omdat het om het hart ging, moest dat gebeuren op de hartafdeling.

Tot zover deel 2. Het gaat verder in DEEL 3
Enschede, donderdag 20-02-2025

Dagboek deel 111, Terugkijken..., deel 1.

Na jaren niet geschreven te hebben, valt er vanzelfsprekend het één en ander in te halen!
Dit wordt dan ook zeker een flinke 'schrijfklus', geknipt in meerdere delen, omdat hetb anders wel èrg lang zou worden...
En dus, laat ik er maar eens een begin mee maken.

De belangrijkste wapenfeiten van de laatste vijf/zes jaren vormen toch wel de coronatijd, een nieuwe gemeente en een slepende ziekte, met als kroon: God's aantoonbare aanwezigheid hierin!.

Allereerst de coronatijd. Natuurlijk heeft een ieder die periode beleefd als 'hels'! Avondklok, lockdown, spuitjes, spotjes over spuitjes, angstzaaierij op mondiaal niveau, versterving, bewuste opsluiting van ouderen en de daaruit voortvloeiende vereenzaming, propaganda op schaamteloze wijze, enz., enz...

Aan het begin van deze periode, maart 2020, werden wij door een zuster attent gemaakt op een gemeente die wèl doorging, ondanks het verbod van de staat. En zo togen wij daarheen en, eerlijk is eerlijk, het was een goede tijd! Veel zaken waren misschien niet helemaal volgens de Schrift, máárr..we konden belijden, prijzen en aanbidden en gemeenschap hebben met elkaar en dàt was zó belangrijk, in een tijd waarin iedereen angstig achterom keek, het volk stelselmatig gepushed werd om dé spuit te halen en uiteraard de bijbehorende "boosters" 1,2,3,4, etc....

Het was een Afrikaanse kerkgemeenschap van hooguit 40 mensen, waarvan het merendeel, zo'n dertig, van Nederlandse makelij. Er was eenheid, een grote saamhorigheid en in elke dienst gelegenheid om naar elkaars getuigenissen/ belevenissen te luisteren. 
En het was vooral het gemeenschap hebben met elkaar, dat voorop stond, samen met kleine bidgroepjes en bijbelstudiegroepjes door de week hier of daar. En ná de zondagse dienst, die van 14:30u.tot 16:30/17:00u. duurde, was er dan altijd de zogeheten "fellowship", waarbij gegeten werd, gekletst en gebeden.
Ja, het was een goede tijd, vol heilzaam belijden en delen waar dat feitelijk niet mocht. 

Tot zover deel 1. Het gaat verder in DEEL 2

Wees gezegend,

Sebo
 Enschede, donderdag 20-02-2025

Dagboek deel 110 - Waarom schrijven?

Waarom schrijf ik eigenlijk?
Voor jou? Voor ''de wereld''?
Zodat mensen ''mij lezen''? Om 'bekend of beroemd of erkend' te worden? Of misschien, zoals in het verleden, 'om te delen'?

Niets van dat alles.
Nou ja..., misschien het laatste nog steeds wel een beetje. 
Maar prímair schrijf ik voor míj, voor mezelf.
Om los te laten, te bevrijden, wat er in mijn geest als het ware 'gevangen' zit. 
Denk bijvoorbeeld aan een tekenaar, een schilder, een beeldhouwer: er zit een beeld, een situatie, een beeltenis in hun hoofd...en dat moet eruit! Zowel in positief, als in negatief opzicht heeft dit tekenen, schilderen, beeldhouwen àlles te maken met emotie. Stèrker nog: het ìs emotie! Één brok emotie, die vaak al langer borrelt om uiteindelijk te ontploffen in een explosie van geestdrift waarin men vol energie 'aan het werk begint'. 
Na verloop van tijd verzwakt die specifieke emotie, het gevoel ebt wat weg..en men gaat even andere dingen doen. Om dan, na enige uren of dagen, hetzelfde gevoel te voelen en weer verder gaan met datzelfde kunstwerk. Want dàt is het, een kunstwerk, een gevoelskunst!
Spelend met spullen zoals potlood, kwast of beitel, bevrijdt men die zo bijzondere gevoelens uit hun gevangenis die 'hoofd' heet...

Schrijven is, voor mij persoonlijk, precies hetzelfde! Waar de tekenaar een potlood hanteert, de schilder een kwast en de beeldhouwer een beitel...daar gebruik ìk een pen.

Ik wilde als kind ooit schrijver worden, maar vond dat véél te hoog gegrepen voor mij, want zó'n hoge dunk had ik niet van mezelf.
Ik schreef echter op alles waar ik m'n handen op kon leggen. Vroeger had je voorin-en achterin boeken altijd een lege pagina. Voor mij!
Een leraar op de ambachtschool, tegen wie ik m'n onmacht eens had geuit, zei ooit:
" Als je de héle dag aan niets anders denkt dan aan zingen; van 's morgens tot 's avonds bezig bent met zingen en denken aan zingen...dan ben je een zanger!
En dat geldt óók voor schrijven, als jij de hele dag dáármee bezig bent, dan ben je een schrijver!"

En eigenlijk geldt dat nog steeds.
Ik heb weliswaar lange tijd niet geschreven, domweg omdat 'de situatie er niet naar was', wàt dat ook moge betekenen...maar het is weer terug. 

En net als met de creatie van een kok, geldt ook hier: voor de één is een gerecht om je vingers bij af te likken, terwijl de ander de neus ervoor ophaalt.
Een schilderij, gedicht, of een beeldhouwerk kan de één diep ontroeren, terwijl de ander denkt: ''tsja...'t zal wel, ìk vind het niks!"
En dus, nogmaals, ik schrijf niet om 'de massa' te bekoren, maar slechts om te bevrijden wat in m'n hoofd of in m'n gevoelens 'gevangen' zit....

Wees gezegend,

Sebo



Enschede, donderdag, 20-02-2025

Dagboek deel 109 - van bastaard tot Koningkind

Een bewerking van één van mijn dagboeken met de oorspronkelijke titel: 
'Geen kind van mijn vader'.
Waarom een dagboek uit 2007 nog bewerken, zou je je kunnen afvragen..
Wel, daar zit een bijzondere en positieve reden achter, maar dat merk je gaandeweg.  
Even een stukje terug:
......
"Dagboek deel 36

Dagboek | 19 December 2007 | 01:01:08
Ik probeer m'n gedachten op een rijtje te krijgen, maar het lukt niet.
Ik voel me kwaad worden, ongeloofelijk kwaad.
Dat m'n moeder me nooit gewild heeft, wist ik.
Dat ze me haatte wist ik ook. Dat ze dat bij elke gelegenheid hoorbaar en voelbaar liet merken, daar draag ik nog de kenmerken van.
Maar waarom?
Waaròm haatte ze me zo?
Ik had haar toch niets gedaan?
Het was toch zeker niet mijn schuld?
Dat ik geboren werd was toch niet mijn fout?
Het was niet mijn keuze om geboren te worden!
Ik droeg al vóór m'n geboorte het label:'ongewenst'.
Klaar. Daar was alles mee gezegd en dat maakte alle andere vragen overbodig.

Tijdens een begrafenis kreeg ik lucht van een gerucht dat blijkbaar al jaren in de familie rondging.
Natuurlijk werd er angstvallig over gezwegen zodrá ik in de buurt kwam, maar uiteindelijk bleek dat er in de familie al jaren over gesproken werd, dat ik geen kind zou zijn van m'n vader. Er was zelfs een mogelijke andere vader 'bekend'. 
M'n beide 'ouders' zijn dood. Laat de hele boel toch lekker rusten, hield ik mezelf regelmatig voor.
Maar zo werkt het niet!
Na 31 jaar kreeg ik een email een vroeger jeugdvriendje wiens moeder ooit mijn moeder's beste vriendin was en één zinnetje sprong eruit:
"...Als ik aan jou terugdenk dan word ik altijd heel erg boos op je moeder, hoe kon ze een fout, een hele grote fout van haarzelf jou kwalijk nemen alsof jij daar verantwoordelijk bent of was.."

Na telefonisch bijgepraat te hebben, vroeg ik hem naar die zin en welke fout hij bedoelde.
Zijn moeder heeft hem voor haar overlijden verteld, dat ik geen kind ben van mijn vader, Egbert (Ep) Hilberts.
BÀM! Zelfs al had ik het wel meer gehoord, toch deed het opnieuw erg veel pijn.
En het zou erger worden:
Mijn moeder had ooit aan haar hartsvriendin verteld dat ze uit geldgebrek en na een zoveelste ruzie met haar man, (voor geld? uit rancune?) met haar schoonvader naar bed was geweest en dat ik daar het resultaat van was.
Ik had hem diverse keren gevraagd in verschillende bewoordingen, maar hij bleef bij zijn verhaal. 

Toen ik een maand oud was, werd mijn "opa", die dus eigenlijk mijn biologische vader was, vermoord en naar verluidt, door mijn 'vader' en zijn zeven jaar oudere broer.
Deze laatste heeft meermaals geprobeerd om mij te adopteren, maar dat werd door mijn 'moeder' stelselmatig tegengewerkt.
Op 30 december 1988 beroofde mijn 'vader' zichzelf van het leven door ophanging.

Een eenvoudige dna-test, samen met mijn halfbroer-oom wees uit dat ik geen kind was van m'n 'vader', maar van mijn 'opa'.
Mijn vader was niet mijn vader en mijn moeder was nooit een moeder voor me geweest...
Dat laatste wist ik, het eerste was tot dan toe slechts een boos gerucht.

Ik was ontzettend blij en dankbaar dat ik het hoorde nádat ik tot bekering was gekomen en niet daarvóór!
Mijn moeder haatte èlke aanblik van mijn persoontje, maar pas decennia later leerde ik dat dat was omdat ze zich bij elke aanblik geconfronteerd zag met haar overspel. Ik was zogezegd de belichaming van haar fout..

En ja, ik heb m'n moeder decennialang gehaat en ik was évenlang doodsbang voor haar, maar toen ik de Heer leerde kennen ontdekte ik dat haat je van binnenuit verteert als een allesverterend vuur. 
Je wordt er lelijk van, zowel van binnen als van buiten.

Ik heb mijn beide ouders vergeven, oprecht vergeven..maar dat heb ik wèl moeten leren. Dat kwam me niet zomaar uit de lucht vallen en daar heb ik dan ook hard voor moeten werken..

Ooit was ik een bastaard, een ràs-echte bastaard:
ongewenst, ongeliefd, onbedoeld..

Tòt ik Iemand leerde kennen die zei:
"ÌK heb jou gewenst, ÌK heb jou lief, ÌK heb jou bedoeld! ÌK ben jouw Vader en níémand anders..en jíj ben MÍJN kind!"
Een kind van de Allerhoogste! Een kind van de Koning der koningen...
een RÀS-ECHT KONINGSKIND!
En zó heeft de Here God lijden toegelaten, zoals Hij dat ook toeliet bij o.a. Jozef, de onderkoning van Egypte; ter vorming..

Bij Jozef, ten behoud van het huis van Israël en bij mij, zodat ik mag meewerken aan de afbraak van jóúw verdriet, jóúw pijn of jóúw haat vanuit míjn eigen ervaringen daarmee.

Hoe ellendig je je ook voelt, hoeveel pijn en/of verdriet je ook hebt: weet dat de Almachtige Vader in de hemel jou ziet en weet wat jij nú meemaakt. Híj kent jou, door en door en weet wat jij nu voelt en doormaakt. 

Nú zie je het misschien nog niet, maar je mag weten dat Hij bij jou is, en dat àlles wat je nú meemaakt niet bedoeld is, maar wèl door de Vader gebruikt wordt om jou te maken, zoals Hij jou bedoeld heeft:
namelijk...fantàstisch.


Wees gezegend,

Sebo




zondag 16 februari 2025

 Voorwoord

Welkom in een heel nieuw hoofdstuk van mijn leven.
Óók in dit nieuwe dagboek zal ik naar eer en geweten zo open en eerlijk zijn als de lezer van mij gewend is.
Wellicht gebeurt het, net als in de vorige boeken,  dat je af en toe een traantje moet wegpinken, een glimlach moet onderdrukken of even je wenkbrauwen moet fronsen; dat alles zal echter onderdeel zijn van soms wat ernst, soms wat verdriet of boosheid en vaak een hoop vreugde.
Vooral dat laatste is belangrijk, niet in de laatste plaats omdat dat simpelweg een bijbelse opdracht is! "Verheugt u in de Heer!"

  Enschede, donderdag 20-02-2025 Dagboek deel 113, Terugkijken..., deel 3. Welkom terug in deel 3. Nadat men eenmaal bepaald had om welke ba...